Thesaurus BALaT (NL)
In de thesaurus zijn de liturgische voorwerpen opgenomen zoals ze voorkomen in de BALaT-databank van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Een term kan meerdere malen in de lijst voorkomen.
Elk blad bevat de etymologie van de term; een definitie; een uiteenzetting over de oorsprong en de evolutie van het voorwerp en zijn gebruik; en tenslotte een typologische beschrijving door de tijd heen. Dit alles gaat vergezeld van een bibliografie, illustraties en links naar de BALaT-databank (objecten, bibliografie en iconografische voorstellingen van het object). Het is mogelijk dat sommige links geen resultaten opleveren, omdat bepaalde soorten voorwerpen tussen 1400 en 1700 niet bestonden, of omdat er geen bewaarde exemplaren zijn.
Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
- liturgisch voorwerp = objet liturgique
- altaartoebehoren = accessoire d'autel
- antependium (n) = antependium (f)
- altaarbaldakijn = dais d'autel
- altaarbel = clochette d'autel
- altaargordijn = courtine d'autel
- altaarkruis = croix d'autel
- altaarlessenaar = porte-missel
- altaarparament = parement d'autel
- altaarschel = carillon d'autel
- altaarsierstuk = ornement d'autel
- altaarvelum houder = porte-voile d'exposition
- canonbord = canon d'autel
- monstranssluier = voile d'exposition
- tabernakelsluier = conopée
- thabor (n) = thabor (f)
- chrismatorium = chrismatoire
- consecratieglas = verre de consécration
- godslamp = lampe d'autel
- koorlessenaar = lutrin de choeur
- liturgisch gewaad = vêtement liturgique
- aurifrisium = orfroi
- albe = aube
- amict (n) = amict (f)
- cingel = cordon liturgique
- dalmatiek = dalmatique
- jugum domini (n) = jugum domini (f)
- kazuifel = chasuble
- koorkap = chape liturgique
- koorkapgesp = mors de chape
- manipel = manipule
- mijter = mitre
- mozetta = camail (liturgie)
- pallium (n) = pallium (f)
- pontificaalhandschoenen = gants pontificaux
- rationale = rational
- rochet (n) = rochet (f)
- sandaal (liturgie) = sandale liturgique
- schoudervelum = voile huméral
- stola (liturgie) = étole (liturgie)
- superplie = surplis
- liturgisch parament = parement liturgique
- altaarparament = parement d'autel
- ciborievelum = pavillon de ciboire
- kelkparament = parement de calice
- liturgisch ornament = ornement liturgique
- liturgische doek = linge liturgique
- altaardoek = nappe d'autel
- ciborievelum = pavillon de ciboire
- corporale = corporal
- doopsluier = voile de baptême
- dorsalia = tenture d'église
- epitaphios (n) = epitaphios (f)
- kelkvelum = voile de calice
- lavabodoekje = manuterge
- monstranssluier = voile d'exposition
- monstransvelum = voile d'ostensoir
- purificatorium = purificatoire
- vastendoek = voile de carême
- voorkant van lessenaar = devant de lutrin
- liturgische kam = peigne liturgique
- liturgische lepel = cuiller liturgique
- liturgisch vaatwerk = vase liturgique
- monstrans = ostensoir
- paaskaars = cierge pascal
- paaskandelaar = chandelier pascal
- pauselijke tiara = tiare pontificale
- pax = baiser de paix
- ratel (liturgie) = crécelle liturgique
- voorwerp voor de besprenkeling = objet lié à l’aspersion
- voorwerp voor de bewierooking = objet lié à l’encensement
- altaartoebehoren = accessoire d'autel