Rochet (n)
Contents
Etymologie
< Latijns rochettum, < Duits rock, « kleding » (Duret, p. 262).
Definitie
Nauwsluitend wit liturgisch gewaad, meestal met lange, nauwsluitende mouwen, dat vooral wordt gedragen door bisschoppen en geprivilegieerde prelaten. Wordt gedragen onder een koorkap, kazuifel of dalmatiek (naar AAT).
Hierarchie
Oorsprong en ontwikkeling
De rochet is afgeleid van de albe. Hij is van het superplie te onderscheiden door de wijdte van de mouwen maar ook door de status van de drager. De rochet is immers voorbehouden voor prelaten van hoge rang en is een onderdeel van de courante kledij (hij wordt met andere woorden ook als staatsiekledingstuk gedragen en niet alleen in liturgische context). Hij wordt boven de soutane gedragen en daarboven komt dan de mozetta.
De rochet is het koorhemd, teken van gewone bevoegdheid, dat wordt gedragen door bisschoppen, kardinalen en sommige prelaten (de hogere prelaten van de Romeinse Curie die niet de bisschoppelijke waardigheid hebben, sommige geestelijken van de Romeinse Rota, van de Hoogste Rechtbank van de Apostolische Signatuur of van de Apostolische Kameren en de protonotarii apostolici de numero participantium) onder de mozetta, de cappa magna of de prelaatsmantel. Het is het gewone gewaad van de reguliere kanunniken. De kanunniken van de kathedrale of collegiale kapittels dragen hem, bij indult, eveneens in het koor, onder de mozetta. Een rochet heeft nagenoeg dezelfde vorm als een albe: zelfde mouwen, zelfde corpus maar niet langer dan tot aan de knieën. Het uiteinde van de mouwen is doorgaans versierd met kantwerk waardoorheen een stof met de kleur van de mouwen van de soutane zichtbaar is: zwart, paars, karmozijn of rood. Vóór de liturgische hervormingen na het tweede Vaticaans Concilie moesten zij die de rochet in het koor droegen hem tijdens de mis aanhouden onder de albe. Daarnaast mochten prelaten die niet de waardigheid van bisschop of kardinaal hadden, de stola niet rechtstreeks op de rochet alleen dragen, aangezien die een teken van bevoegdheid is. Zij moesten eerst een superplie of een cotta over de rochet aantrekken voor ze de stola mochten aanbrengen. Wanneer een prelaat, zelfs als hij bisschop of kardinaal was, de koorkap op de rochet droeg, moest hij daarboven bovendien de amict aantrekken, aangebracht rond de hals. Vroeger droegen bisschoppen die uit religieuze orden kwamen de rochet niet. (Vertaling uit Franse Wikipedia, 20-08-2018).
Typologie
Een rochet heeft nagenoeg dezelfde vorm als een albe: zelfde mouwen, zelfde corpus maar niet langer dan tot aan de knieën. Het uiteinde van de mouwen en het onderste gedeelte van het kleed kunnen versierd zijn met kantwerk waardoorheen een stof met de kleur van de mouwen van de soutane zichtbaar is.
Andere benamingen
roket (in Vlaanderen)
Autres langues | |
---|---|
FR | rochet (f) |
EN | rochet |
DE | Rochett |
IT | rocchetto |
ES | roquete |
BALaT
De rochetten (1400-1700) in BALaT
Afbeelding van rochetten (1400-1700) in BALaT
De rochetten in de bibliotheek van het KIK
Bibliografische orientatie
- Bernard Berthod et Elizabeth Hardouin-Fugier, Dictionnaire des arts liturgiques, XIXe-XXe siècle, Paris, Les Editions de l'Amateur, 2006, p. 221 (dentelle) et 393 (rochet).
- D. Duret (abbé), Mobilier, vases, objets et vêtements liturgiques. Étude historique, 1932, p. 262.
- Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 310.