Wierooklepel

From OrnaWiki
Jump to: navigation, search
Wierooklepel, 2de helft van de 17de eeuw, Dendermonde, Kerk Sint-Gillis[Dendermonde], © KIK, Brussel, cliché M243005
Wierooklepel met een ketting aan het wierookscheepje vastgemaakt, einde van de 17de eeuw, Kemmel, Kerk Sint-Laurentius, © KIK, Brussel, cliché A080998
Wierookleepl, 19de eeuw. London, British Museum
Wierookleepl, 19de eeuw. London, Victoria & Albert Museum.

Etymologie

  • Wierook: < Oudnederlands wīrōk (reukwerk), letterlijk "gewijde rook".
  • Lepel: < germanische basis lap-

Definitie

Metalen lepel om wierook uit het wierookscheepje over te scheppen naar het wierookvat. Is vaak met een ketting vastgemaakt aan het wierookscheepje.

Hierarchie

Oorsprong en ontwikkeling

Wierook wordt binnen de liturgie regelmatig gebruikt. Daarvoor is noodzakelijkerwijs specifiek materieel vereist om de bewieroking mogelijk te maken. Een daarvan is een lepel om de wierook uit een scheepje in het wierookvat te scheppen. De lepel hoort onlosmakelijk bij het scheepje aangezien beide doorgaans met een ketting aan elkaar vast zitten. Het is niet duidelijk sinds wanneer de wierooklepel wordt gebruikt, maar aangezien bewieroking binnen de christelijke riten een courante praktijk is geworden, vindt men wierooklepels in alle periodes.

Typologie

De wierooklepel ziet eruit als een gewone lepel. De vorm ervan evolueert amper in de loop der tijden, alleen in de 19de eeuw vindt men enkele exemplaren met een plat uiteinde (zie hiernaast, voorbeelden uit het British Museum en het Victoria & Albert Museum in Londen).

Andere benamingen

Wierookschuitje

Autres langues
FR cuiller à encens
EN incense spoon
DE Weihrauch-Löffel, Weihrauchlöffelche
IT cucchiaio per incenso
ES cuchara para incienso

BALaT

De wierooklepels (1400-1700) in BALaT

Afbeelding van wierooklepels (1400-1700) in BALaT

De wierooklepels in de bibliotheek van het KIK

Bibliografische orientatie

  • Joseph Braun, Das christliche Altargerät in seinem Sein und in seiner Entwicklung, Munich, Max Hüber Verlag, 1932, p. 632-642.
  • Bernard Berthod & Élisabeth Hardouin-Fugier, Dictionnaire des objets de dévotion dans l’Europe catholique, Paris, 2006, p. 142.
  • Glossarium Artis, Faszikel 2, Liturgische geräte, Kreuze une Reliquiare der Christlichen Kirchen - Objets liturgiques, croix et reliquaires des églises chrétiennes, Dokumentationsstelle Tûbingen, Tübingen-Strasbourg, 1972, p. 44.
  • Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 182.
  • Mieke van Zanten, Religieus erfgoed uit kerken en kloosters in de Lage Landen, Zutphen, 2008, p. 287.