Pontificaalhandschoenen

From OrnaWiki
Jump to: navigation, search
Anoniem, De Heilige Gregorius (paus van 590 tot 604+), in pauselijke gewaden, ontvangt op het gehoor de boodschappen van de duif van de Heilige Geest, 17de eeuw, huile sur toile, Waasmunster, Abdij Onze-Lieve-Vrouw van Roosenberg, © KIK, Brussel, cliché X073224

Etymologie

  • Pontificaaal- : < Latijns pontificalis, « pontificaal », verwant met pontifex, « christelijke priester », « bisschop », « prelaat » (Sidonius Apollinaris, geciteerd door Gaffiot, p. 1200). De pontifex maximus is de paus.

Definitie

Zijden handschoenen, rijk versierd met borduurwerk of ingezette motieven, gedragen door geestelijken van hoge rang.

Hierarchie

Oorsprong en ontwikkeling

Het dragen van handschoenen door hoge kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, als teken van hun ambt, komt reeds in de 7e eeuw voor. Pas in de 10e-11e eeuw werden zij in liturgisch verband gebruikt. Ze namen de naam chirothecae aan.

Het gebruik ervan werd wijdverbreid tijdens de Middeleeuwen. De handschoenen werden toen van linnen of wol gemaakt. Vanaf de moderne tijd werd de voorkeur gegeven aan zijde.

Ils sont portés pendant la messe pontificale depuis le commencement jusqu'à l'offertoire (Ze werden gedragen tijdens de pontificale mis van het begin tot het offertorium) (Berthod en Hardouin-Fugier)

Typologie

Pauselijke handschoenen zijn vaak van zijde. Ze hebben soms een manchet. Zij kunnen versierd zijn met borduurwerk, met metalen draden of zelfs met stenen of emailplaten. Ze passen meestal bij de kleur van het liturgische seizoen.

Andere benamingen

Autres langues
FR gants pontificaux
EN pontifical gloves
DE Pontifikalhandschuhe
IT chiroteche pontificali, guanti pontificali
ES guantes pontificales

BALaT

De pontificaalhandschoenen (1400-1700) in BALaT

Afbeelding van pontificaalhandschoenen (1400-1700) in BALaT

De pontificaalhandschoenen in de bibliotheek van het KIK

Bibliografische orientatie

  • Xavier Barbier de Montault, Traité pratique de la construction, de l'ameublement et de la décoration des églises selon les règles canoniques et les traditions romaines, Paris, Louis Vivès, t. 2, 1877, p. 254-262.
  • Bernard Berthod et Elizabeth Hardouin-Fugier, Dictionnaire des arts liturgiques, XIXe-XXe siècle, Paris, Les Editions de l'Amateur, 2006, p. 265.
  • Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 330.