Kazuifel

From OrnaWiki
Jump to: navigation, search
Kazuifel van David de Bourgogne, bisschop van Utrecht, 1450-1475. Liège, Cathédrale Saint-Paul, © KIK, Brussel, cliché KN006102
Kazuifel, 17de eerw. Brugge, Kathedraal Sint-Salvator

Etymologie

< middeleeuws Latijn casubula [mantel met kap] < Latijn casula [mantel met kap] (Augustinus van Hippo (354-430), De Civitate Dei, 22, 8, 9, geciteerd door Gaffiot, p. 273, die aangeeft dat de term vervolgens ‘kazuifel’ betekent). Isidorus van Sevilla (560/70-636) stelt ‘huisje’ voor als vertaling voor de Latijnse term casula.

Definitie

Mouwloze bovenkleding in de vorm van een wijde cape of mantel die door de drager over het hoofd wordt aangetrokken en aan de zijkanten open blijft; wordt over de albe en stool gedragen door de voorganger tijdens de mis (AAT-NED).

Hierarchie

Oorsprong en ontwikkeling

Van oorsprong is de kazuifel een Grieks-Romeins kledingstuk dat door iedereen wordt gedragen. Het krijgt pas een liturgische functie wanneer het als kledij voor leken uit de mode geraakt (onbepaalde periode, ten laatste tussen de 9de en 11de eeuw). De eerste vermelding van de kazuifel als puur/volwaardig liturgisch gewaad dateert echter al van de 6de eeuw bij Gregorius van Tours. In het begin is de liturgische kazuifel niet enkel het gewaad van de priester, maar ook dat van subdiakens en acolieten (BRAUN, p. 163). Pas later wordt de kazuifel uitsluitend gedragen door de celebrant en wordt hij het specifieke gewaad voor de mis. Tijdens de priesterwijding wordt de kazuifel op diens schouders gelegd. Hij kan ook rond de hals worden gedragen en op de rug worden gevouwen.

Typologie

Typen van kazuifels volgens het boek: B. Berthod, G. Xavier et E. Hardouin-Fugier, Dictionnaire des arts liturgiques. Du moyen âge à nos jours, Angers, uitg. Frémir, 2015, p. 182

Aanvankelijk is de kazuifel niet meer dan een wijd, cirkelvormig stuk stof dat tot aan de knieën reikt en een opening heeft voor het hoofd. Afhankelijk van het type kazuifel is er een bepaalde oplossing voor de armen: het gewaad is smaller ter hoogte van de armen (ovale kazuifel), de stof wordt aan de armen meermaals omgeplooid of wordt er zelfs vastgemaakt. Van de 10de tot de 13de eeuw is de klokkazuifel in de mode. Dit is een halfcirkelvormig gevouwen stuk stof met aurifrisiums. Een uitzondering hierop vormt de zogenaamde kazuifel van Thomas Becket van ca. 1170, bewaard in de kathedraal van Doornik, die nog een cirkelvorm heeft. Vanaf de 13de eeuw hebben de ontwikkelingen van de kazuifel betrekking op de taille en de vorm, en vooral het vrijmaken van de armen. Dit heeft niet zozeer een esthetische, dan wel een praktische reden. Vanaf de 13de eeuw neemt het sacrament van de eucharistie almaar toe aan belang. Tegelijk wordt er om stilistische redenen decoratie aangebracht op de kazuifel, waardoor vooral de achtergrond meer en meer wordt verrijkt met geborduurde versieringen. Hierdoor wordt de kazuifel steeds zwaarder en stijver, wat onverenigbaar is met een model dat de armen niet vrij laat. De lange kazuifels moesten soepel zijn om niet te hinderen bij het vieren van de eucharistie en het omhooghouden van de hostie. De kazuifel wordt geleidelijk aan korter om enkel nog de schouders en de voor- en achterzijde van het bovenlichaam te bedekken. De populairste vorm van deze laatste ontwikkelingsfase is het zogenaamde vioolkistmodel (18de eeuw).


De versiering van de kazuifel bestaat oorspronkelijk uit galons langsheen de boorden van het gewaad. Na verloop van tijd worden die ook aangebracht op de achtergrond en vormen ze symbolische motieven: zeer gebruikelijk zijn een kruis of een Psi. Een andere mogelijke versiering is een eenvoudige verticale strook vaak ter hoogte van de borst. Vanaf de 13de eeuw worden deze decoratieve elementen steeds belangrijker en breiden ze uit. In de 15de en 16de eeuw bestaan de versieringen van deze aurifriezen uit figuratief borduurwerk (voorstellingen van heiligen, scènes uit het leven van Christus, de Kruisiging). In de 17de eeuw worden ze dan weer zuiver decoratief. Kazuifels zijn complexe voorwerpen met een moeilijk te traceren geschiedenis. Aurifriezen en achtergronden kunnen ook een totaal verschillend lot zijn toebedeeld. De aurifriezen zijn vaak bewaard en hergebruikt op recentere achtergronden (vaak door ze uit te snijden). De achtergronden zijn soms dan weer versneden om te worden aangepast aan het gebruik van het moment. De tendens om de kazuifel in de korten is goed zichtbaar: stukken uit de 15de en 16de eeuw zijn vaak drastisch aangepast.

Normatieve teksten

  • Missale 1573 : In officio Misse celebrans semper utitur planeta super albam; Si autem sit Episcopus, et solemniter celebrat, super Dalmatica et Tunicella. (p. 26)

Andere benamingen

Autres langues
FR chasuble
EN chasuble
DE Kasel (die)
IT casula, pianeta (paramento liturgico)
ES casulla
Oude talen
Latijn amphibalus (tot 12de eeuw), infula (vooral in Frankrijk), planeta (vooral in de Romeinse context).

BALaT

De kazuifels (1400-1700) in BALaT

Afbeelding van kazuifels (1400-1700) in BALaT

De kazuifels in de bibliotheek van het KIK

Topstukken

Bibliografische orientatie

  • Joseph Braun, Die liturgische Gewandung im Occident und Orient, Freiburg, 1907, p. 149-247.
  • Paul Chantraine, « Chatoiement des tissus. Ornements liturgiques au pays d'Ardenne », in Piété baroque en Luxembourg, cat. expo, Bastogne, Musée en Piconrue, 1995, p. 252.
  • D. Duret (abbé), Mobilier, vases, objets et vêtements liturgiques. Étude historique, Paris, Letouzey & Ané, 1932, p. 92-96, 161-164, 262-265.
  • Fil de soie, chemin de soie, cat. exp., Chambord, Château de Chambord, 1993, p. 45.
  • Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 315-316.