Ciborie

From OrnaWiki
Jump to: navigation, search
Strijtem, Kerk Sint-Martinus, ciborie, zilver, 17de eeuw, © KIK, Brussel, cliché M059436
Lucas Faydherbe, H. Carolus Borromeus (détail : attribuut van de heilge), stenen sculptuur, 1675, © KIK, Brussel, cliché G005798 (détail)

Etymologie

< Grieks Κιϐωριον, vrucht van de waterlelie, beker met de vorm van die vrucht dan < kerkelijk Latijn ciborium.

Definitie

Houder ter bewaring van geconsacreerde hosties, veelal in de vorm van een kelk met deksel en vaak van edelmetaal (AAT-NED). De ciborie kan worden bedekt met een ciborievelum.

Hierarchie

Oorsprong en ontwikkeling

In de 13de eeuw zou het gebruik van deze bekers met deksel verspreid geraakt zijn voor het bewaren van de gedaanten van brood en wijn (Duret, blz. 224).

Typologie

De ciborie is een kom op voet, gemaakt van edelmetaal. De steel heeft een knoop in het midden. De beker is breed (breder dan de kelk). Het is aan de basis bekleed met een valse beker, vaak rijkelijk versierd. De beker wordt bekroond door een deksel dat is afgewerkt met een kruis. Het deksel heeft soms de vorm van een kroon. De ciborie wordt gesloten door in elkaar te grijpen, en soms door het deksel te verschuiven en de haken in inkepingen vast te zetten.

Normatieve teksten

Beschrijving volgens de Ornatus Ecclesiasticus van Jakob Miller Tit. 3: Hoofdst. XVIII (De Pyxide in qua Eucharistia asservatur).

Vanaf de 9de eeuw zijn alleen edele metalen (goud en verguld zilver) toegelaten (Sacraal metaal, blz. 5).

De Kerk heeft tin voor miskelken en cibories alleen getolereerd in gevallen van armoede (cfr. Adolphe Riff, geciteerd door E.H. Bidault, blz. 30).


Andere benamingen

Autres langues
FR ciboire
EN ciborium
DE Ziborium
IT pisside (= ciboire ou pyxide)
ES copón
Oude talen
Latijn ciborium

BALaT

De cibories (1400-1700) in BALaT

Afbeelding van cibories (1400-1700) in BALaT

De cibories in de bibliotheek van het KIK


Topstuk en objecten in 3D

Bibliografische orientatie

  • Paul Bidault (abbé), Etains religieux XVIIe, XVIIIe et XIXe siècles, Paris, Charles Massin, s;d. (1960 ca).
  • D. Duret (abbé), Mobilier, vases, objets et vêtements liturgiques. Étude historique, Paris, Letouzey & Ané, 1932, p. 224-225, 353.
  • Glossarium Artis, Faszikel 2, Liturgische geräte, Kreuze une Reliquiare der Christlichen Kirchen - Objets liturgiques, croix et reliquaires des églises chrétiennes, Dokumentationsstelle Tûbingen, Tübingen-Strasbourg, 1972, p. 45.
  • Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 33, 150-153.
  • Sacraal metaal. Liturgische gebruiksvoorwerpen : betekenis, funktie, evolutie, vorm, tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden, Museum voor religieuze kunst, vol. 1, 1984, p. 6.