Corporale

From OrnaWiki
Jump to: navigation, search
Corporale Antwerpen, Kerk Sint-Carolus Borromeus, 1610-1700, © KIK, Brussel, cliché X085618
Corporale in Gergoriusmis (detail), Luik, Trésor de la cathédrale, begin van de 16de eeuw, © KIK, Brussel, cliché KN000708

Etymologie

< lat. palla corporalis, « opknoping », « wandtapijt » (Seneca de filosoof, De Ira 3, 22, 2, geciteerd door Gaffiot, p. 1105).

Definitie

Linnen doeken waarop de sacramentaliën worden gezet en waarmee deze, of de overblijfsels ervan, worden bedekt (AAT-NED).

Hierarchie

Oorsprong en ontwikkeling

Het oudste van alle liturgische doeken. In de eerste eeuwen van het christendom deed één stuk textiel tegelijk dienst als altaardoek en corporale. Bij Isidorus van Pelusium (5de eeuw) heet deze doek sindon (σινδων, « fijn weefsel », Gaffiot, blz. 1445). Hij symboliseert de zweetdoek waarin het lichaam van Christus is gelegd.

Soms wordt het corporale beschouwd als een volwaardig altaardoek. Het is uiterst heilig omdat het in aanraking kan komen met deeltjes die van de geconsacreerde hostie.

Het corporale wordt op een welbepaalde manier opgevouwen (thans in drie en vervolgens in drie) voor het wordt opgeborgen in de bursa.

Typologie

In de middeleeuwen kon het corporale een heel stuk groter zijn, zelfs de hele altaartafel bedekken, en langwerpig van vorm zijn.

Thans, evenals sinds het einde van de middeleeuwen en de moderne tijden, gaat het om een relatief klein, vierkantig stuk textiel (momenteel: 45-50 cm).

Normatieve teksten

Uiterst belangrijk voorwerp in de liturgie. Er bestaan dus tal van commentaren over. Eensluidend is het voorschrift dat het corporale van zuiver linnen moet zijn. Slechts enkele synodes (Nîmes 1284, Verdun 1580) verbieden specifiek het gebruik van corporales gemaakt van andere materialen of van versierde of gekleurde corporales.

Andere benamingen

Autres langues
FR corporal
EN corporal (liturgy)
DE Korporale
IT corporale
ES corporal (liturgia)
Oude talen
Latijn palla corporalis
Oud- en Middelnederlands termen in O-MNL

BALaT

De corporalen (1400-1700) in BALaT

Afbeelding van corporalen (1400-1700) in BALaT

De corporalen in de bibliotheek van het KIK

Bibliographische orientatie

  • Joseph Braun, Die liturgischen Paramente in Gegenwart und Vergangenheit. Ein Handbuch der Paramentik, Herder & Co, Fribourg-en-Brisgau, 1924, p. 190-191
  • Joseph Braun, « Altardecke », in Reallexikon zur Deutschen Kunstgeschichte, Bd. I (1934), p. 489; in: RDK Labor, URL: <http://www.rdklabor.de/w/?oldid=94479> [26.10.2017]
  • Paul Chantraine, « Chatoiement des tissus. Ornements liturgiques au pays d'Ardenne », in Piété baroque en Luxembourg, tent. cat., Bastogne, Musée en Piconrue, 1995, p. 254 (note 15).
  • Gaspar Lefebvre (Dom), « La confection des ornements dont on couvre le calice », in L'Artisan liturgique, 1-2, 1927, p. 9.
  • Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 276.