Altaarbaldakijn
Contents
Etymologie
xxx
Definitie
Structuur uit hout of textiel dat boven het altaar wordt gehangen met een beschermend, decoratief of symbolisch doel.
Hierarchie
Oorsprong en ontwikkeling
De eerste bekende vermelding van een baldakijn staat in een cartularium van de Parijse Notre-Dame uit het midden van de 12de eeuw. Courant wordt het baldakijn vanaf de 13de eeuw. Het vormt een alternatief voor het ciborium. Net als een ciborium beschermt een baldakijn het altaar tegen stof dat van de zoldering van de kerk zou kunnen vallen.
Typologie
Het baldakijn is een alternatief voor het ciborium: het Caeremoniale Episcopale plaatst ze parallel. Volgens Perrin (Thesaurus des objets religieux) is het altaarbaldakijn te onderscheiden van het door vier of meer zuilen gedragen ciborium. De AAT-Ned hanteert voor ciborium dezelfde nuance maar gebruikt niettemin de term baldakijn. De manier van versieren is evenwel niet identiek. Een ciborium is niet gemakkelijk aan te passen. Het Caeremoniale Episcopale bepaalt immers dat voor het baldakijn dezelfde kleuren gebruikt worden als voor de gewaden en het andere textiel, wat voor een ciborium niet mogelijk is. Toch worden altaarbaldakijnen niet alleen van stof gemaakt.
Volgens Joseph Braun zijn er twee typologieën, telkens onderverdeeld in twee subgroepen:
- Baldakijnen van soepel materiaal (stof):
- Eenvoudig weefsel dat boven het altaar is gespannen (vooral Germaanse landen. Ze zijn te vinden tot het begin van de 17de eeuw, meer bepaald in de statuten van het concilie van Geldenaken in 1611 en Fleurus 1616. Daarna verdwijnen ze geleidelijk.)
- Weefsel(s) bevestigd aan het gewelf of aan de zoldering en afhangend rond het altaar (noorden van Frankrijk vooral, maar daarna de bevoorrechte oplossing in renaissance en barok)
- Houten baldakijnen (in onbruik sinds de 16de eeuw):
- Vlak dak bevestigd aan de muur of aan het retabel
- Half tongewelf boven het retabel of bevestigd aan de muur. (zoals hier in de Sint-Walburgiskerk van Bergen in 1889)
Het tweede subtype van het eerste type is in verschillende vormen mogelijk: klokvorm, vierhoekig (vooral in Italië). Ze konden vervolgens opgesierd worden met gordijnen of franjes. De kleur wisselt. Carolus Borromeus adviseert blauw.
Normatieve teksten
Synode XXX :
Andere benamingen
Autres langues | |
---|---|
FR | dais d'autel |
EN | terme EN |
DE | terme DE |
IT | terme IT |
ES | terme ES |
Oude talen | |
---|---|
Latijn | termen in het Latijn |
Oud- en Middelnederlands | termen in O-MNL |
BALaT
De altaarbaldakijnen (1400-1700) in BALaT
Afbeelding van altaarbaldakijnen (1400-1700) in BALaT
De altaarbaldakijnen in de bibliotheek van het KIK
Attachement
Altaarbaldakijn, thesaurus fiche : Laatste wijziging op 4-3-2020.
Bibliografische orientatie
xxx