Kandelaar-lessenaar
Etymologie
- Kandelaar: < Middelnederlands candelere (kaarsenhouder) via vulgair Latijn candelarium < Latijn candelabrum armkandelaar.
- Lessenaar : < les naar het voorbeeld van middeleeuws latijn lectionarium.
Definitie
Grote kandelaar, vaak in metaal, met lessenaar. Het is vaak een paaskandelaar.
Hierarchie
Andere benamingen
Autres langues | |
---|---|
FR | chandelier-lutrin |
EN | candelabrum with a lectern |
DE | Leuchter mit Chorpult |
IT | leggio con portacandele |
ES | candelabro con atril |
BALaT
De kandelaar-lessenaren (1400-1700) in BALaT
Afbeelding van kandelaar-lessenaren (1400-1700) in BALaT
De kandelaar-lessenaren in de bibliotheek van het KIK