Difference between revisions of "Schoudervelum"

From OrnaWiki
Jump to: navigation, search
(Created blank page)
 
 
(11 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
 +
[[File:X078603.jpg|300px|thumb|link=http://balat.kikirpa.be/obj/25016/img/X078603|right|''Schoudervelum'' geschonken door Emers, graaf van Voudémont, Scherpenheuvel, Kerk Onze-Lieve-Vrouw, 1607, © KIK, Brussel, cliché X078603]]
 +
[[File:X085820.jpg|300px|thumb|link=http://balat.kikirpa.be/obj/58237/img/X085820|right|''Schoudervelum met Aanbidding van de herders'' (achterzijde), Antwerpen, Kerk Onze-Lieve-Vrouw, 17de eeuw, © KIK, Brussel, cliché X085820]]
  
 +
== Etymologie ==
 +
* Velum : Latijse woord die « sluier », « doek », « opknoping », « gordijn » betekent (Gaffiot, p. 1653).
 +
 +
== Definitie ==
 +
Langwerpig liturgisch doek dat door priesters of diakens om de schouders wordt gedragen als ze de monstrans in de handen houden (naar AAT).
 +
 +
== Hierarchie==
 +
*[[liturgisch voorwerp]]
 +
**[[liturgisch gewaad]]
 +
***[[schoudervelum]]
 +
 +
== Oorsprong en ontwikkeling ==
 +
Het schoudervelum ontwikkelt zich na de komst van de [[monstrans]]. De eerste vermeldingen gaan terug tot de 15de eeuw, maar vóór de 16de eeuw lijken ze vrij zeldzaam. Toch vindt men in de geschiedenis van de liturgische gewaden een aantal doeken die dienst doen om zich te bevinden tussen de handen van de celebrant (of van de acoliet) en de houders met het geconsacreerde Allerheiligste ([[kelk]], [[pateen]]). Het gaat meer bepaald om de ''sindon'', een witte sluier aangebracht rond de hals van de acoliet of de onderdiaken die de [[pateen]] draagt.
 +
 +
Het schoudervelum wordt specifiek gebruikt voor het vervoer van de monstrans die het Heilig Sacrament bevat, in het bijzonder tijdens processies.
 +
 +
== Typologie ==
 +
Het schoudervelum is een brede strook witte stof van nobel materiaal (doorgaans zijde). Aan beide uiteinden kan zich een zakje bevinden waarin men de handen kan steken. Die uiteinden, maar ook de randen en het centrum van de strook (aan de achterkant van de nek van de drager) kunnen decoratieve elementen aangebracht zijn.
 +
 +
== Andere benamingen ==
 +
humeraal
 +
 +
{| class="wikitable"
 +
!colspan="2"|Autres langues
 +
|-
 +
!scope="row"| FR
 +
|[[voile huméral]]
 +
|-
 +
!scope="row"| EN
 +
|humeral veil
 +
|-
 +
!scope="row"| DE
 +
|Velum (liturgische Kleidung)
 +
|-
 +
!scope="row"| IT
 +
|velo omerale
 +
|-
 +
!scope="row"| ES
 +
|humeral, velo humeral, paño de hombros
 +
|-
 +
|}
 +
 +
== BALaT ==
 +
[http://balat.kikirpa.be/results.php?typesearch=advanced&objectname=schoudervelum&period_start=1400&period_end=1700&sort=unsorted De schoudervelum (1400-1700) in BALaT]
 +
 +
[http://balat.kikirpa.be/results.php?typesearch=advanced&subject=schoudervelum&period_start=1400&period_end=1700&sort=unsorted Afbeelding van schoudervelum (1400-1700) in BALaT]
 +
 +
[http://balat.kikirpa.be/results_bib.php?typesearch=advanced&filter=all&IDs=schoudervelum&sort=year&sort=yeardesc&limit=24 De schoudervelum in de bibliotheek van het KIK]
 +
 +
== Bibliografische orientatie ==
 +
* Paul Chantraine, « Chatoiement des tissus. Ornements liturgiques au pays d'Ardenne », in ''Piété baroque en Luxembourg'', tentoonstellingscatalogus, Bastogne, Musée en Piconrue, 1995, p. 253.
 +
* Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), ''Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico'', Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 334-335.

Latest revision as of 20:50, 2 February 2022

Schoudervelum geschonken door Emers, graaf van Voudémont, Scherpenheuvel, Kerk Onze-Lieve-Vrouw, 1607, © KIK, Brussel, cliché X078603
Schoudervelum met Aanbidding van de herders (achterzijde), Antwerpen, Kerk Onze-Lieve-Vrouw, 17de eeuw, © KIK, Brussel, cliché X085820

Etymologie

  • Velum : Latijse woord die « sluier », « doek », « opknoping », « gordijn » betekent (Gaffiot, p. 1653).

Definitie

Langwerpig liturgisch doek dat door priesters of diakens om de schouders wordt gedragen als ze de monstrans in de handen houden (naar AAT).

Hierarchie

Oorsprong en ontwikkeling

Het schoudervelum ontwikkelt zich na de komst van de monstrans. De eerste vermeldingen gaan terug tot de 15de eeuw, maar vóór de 16de eeuw lijken ze vrij zeldzaam. Toch vindt men in de geschiedenis van de liturgische gewaden een aantal doeken die dienst doen om zich te bevinden tussen de handen van de celebrant (of van de acoliet) en de houders met het geconsacreerde Allerheiligste (kelk, pateen). Het gaat meer bepaald om de sindon, een witte sluier aangebracht rond de hals van de acoliet of de onderdiaken die de pateen draagt.

Het schoudervelum wordt specifiek gebruikt voor het vervoer van de monstrans die het Heilig Sacrament bevat, in het bijzonder tijdens processies.

Typologie

Het schoudervelum is een brede strook witte stof van nobel materiaal (doorgaans zijde). Aan beide uiteinden kan zich een zakje bevinden waarin men de handen kan steken. Die uiteinden, maar ook de randen en het centrum van de strook (aan de achterkant van de nek van de drager) kunnen decoratieve elementen aangebracht zijn.

Andere benamingen

humeraal

Autres langues
FR voile huméral
EN humeral veil
DE Velum (liturgische Kleidung)
IT velo omerale
ES humeral, velo humeral, paño de hombros

BALaT

De schoudervelum (1400-1700) in BALaT

Afbeelding van schoudervelum (1400-1700) in BALaT

De schoudervelum in de bibliotheek van het KIK

Bibliografische orientatie

  • Paul Chantraine, « Chatoiement des tissus. Ornements liturgiques au pays d'Ardenne », in Piété baroque en Luxembourg, tentoonstellingscatalogus, Bastogne, Musée en Piconrue, 1995, p. 253.
  • Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 334-335.