Difference between revisions of "Superplie"
Line 15: | Line 15: | ||
== Oorsprong en ontwikkeling == | == Oorsprong en ontwikkeling == | ||
− | Wanneer het superplie precies verschijnt is moeilijk te achterhalen. De wetten van Eduard de Belijder (1060) hebben het over clerici | + | Wanneer het superplie precies verschijnt is moeilijk te achterhalen. De wetten van Eduard de Belijder (1060) hebben het over clerici ''in surplices'' die het wijwater dragen. In de 12de en 13de eeuw vindt men eveneens sporen van een linnen ''camisia'' die de priesters onder de [[albe]] droegen. Uit dezelfde periode dateert de vermelding van linnen hemden die door acolieten of kapelaans worden gedragen. |
Het superplie wordt ook door kanunniken gebruikt als koorgewaad. | Het superplie wordt ook door kanunniken gebruikt als koorgewaad. | ||
== Typologie == | == Typologie == | ||
− | Het superplie is in feite een korte albe van wit linnen met verwijde mouwen. Het is van de [[rochet ( | + | Het superplie is in feite een korte albe van wit linnen met verwijde mouwen. Het is van de [[rochet (f)|rochet]] te onderscheiden door de wijdte van de mouwen maar ook door het gebruik. Het superplie kan immers worden gedragen door al wie tijdens riten en vieringen een rol speelt in de liturgie, terwijl de rochet voorbehouden is voor geestelijken van de hoogste rang en deel uitmaakt van hun kleding buiten de liturgie. |
== Normatieve teksten == | == Normatieve teksten == | ||
− | + | ''Verschillende concilies, dat van Basel (1439-1445), van Soissons (1450), van Sens (1528), van Tours (1583), vragen dat het superplie tot halverwege de benen zou reiken'' (Duret, p. 262). | |
Beschrijving van het superplie en instructies over de vorm ervan door Carolus Borromeus | Beschrijving van het superplie en instructies over de vorm ervan door Carolus Borromeus |
Revision as of 19:10, 14 October 2021
Contents
Etymologie
xxx
Definitie
Licht witlinnen gewaad, tot aan de knieën reikend, met wijde, dikwijls in vouwen geplooide mouwen. Wordt door een geestelijke of een misdienaar gedragen over de soutane of het koorhemd (Van Dale).
Hierarchie
Oorsprong en ontwikkeling
Wanneer het superplie precies verschijnt is moeilijk te achterhalen. De wetten van Eduard de Belijder (1060) hebben het over clerici in surplices die het wijwater dragen. In de 12de en 13de eeuw vindt men eveneens sporen van een linnen camisia die de priesters onder de albe droegen. Uit dezelfde periode dateert de vermelding van linnen hemden die door acolieten of kapelaans worden gedragen.
Het superplie wordt ook door kanunniken gebruikt als koorgewaad.
Typologie
Het superplie is in feite een korte albe van wit linnen met verwijde mouwen. Het is van de rochet te onderscheiden door de wijdte van de mouwen maar ook door het gebruik. Het superplie kan immers worden gedragen door al wie tijdens riten en vieringen een rol speelt in de liturgie, terwijl de rochet voorbehouden is voor geestelijken van de hoogste rang en deel uitmaakt van hun kleding buiten de liturgie.
Normatieve teksten
Verschillende concilies, dat van Basel (1439-1445), van Soissons (1450), van Sens (1528), van Tours (1583), vragen dat het superplie tot halverwege de benen zou reiken (Duret, p. 262).
Beschrijving van het superplie en instructies over de vorm ervan door Carolus Borromeus
Andere benamingen
Autres langues | |
---|---|
FR | surplis |
NL | superplie |
EN | surplice |
DE | Chorhemd |
IT | cotta (per servizio d'altare) |
ES | sobrepelliz |
Oude talen | |
---|---|
Latijn | termen in het Latijn |
Oud- en Middelnederlands | termen in O-MNL |
BALaT
De superplieën (1400-1700) in BALaT
Afbeelding van superplieën (1400-1700) in BALaT
De superplieën in de bibliotheek van het KIK
Attachement
Superplie, thesaurus fiche : Laatste wijziging op 4-3-2020.
Bibliografische orientatie
xxx