Difference between revisions of "Lavabodoekje"
Line 2: | Line 2: | ||
== Etymologie == | == Etymologie == | ||
− | + | * Lavabo : Latijnse term ''lavabo'', « ik zal wassen ». | |
+ | * Doek : < oudsaksisch ''dōk'' ; < oudhoogduits ''tuoh'' ; oudfries ''dōk'', « geweven stof » ([https://etymologiebank.nl/trefwoord/doek etymologiebank.nl]). | ||
== Definitie == | == Definitie == |
Latest revision as of 19:23, 2 February 2022
Contents
Etymologie
- Lavabo : Latijnse term lavabo, « ik zal wassen ».
- Doek : < oudsaksisch dōk ; < oudhoogduits tuoh ; oudfries dōk, « geweven stof » (etymologiebank.nl).
Definitie
Katoenen of linnen handdoekje dat gebruikt wordt om de handen van de priester af te drogen na het ritueel van de handwassing. Er is ook een lavabodoekje in de sacristie voor en na de mis; het wordt ook gebruikt voor het wassen van de handen.
Hierarchie
Hierarchie
Oorsprong en ontwikkeling
De handen wassen vóór de mis is een gebruik dat teruggaat tot het begin van het christendom.
Typologie
Eenvoudige rechthoekige witte linnen doek (meestal 30cm bij 45cm) soms met een geborduurd kruis aan een kant om het te onderscheiden van de purificatorium.
Andere benamingen
Autres langues | |
---|---|
FR | manuterge |
EN | manuterge |
DE | Lavabotüchlein |
IT | manutergio |
ES | manutergio |
Oude talen | |
---|---|
Latijn | manutergium, extersorium |
BALaT
De lavabodoekjes (1400-1700) in BALaT
Afbeelding van lavabodoekjes (1400-1700) in BALaT
De lavabodoekjes in de bibliotheek van het KIK
Bibliografische orientatie
- Franz Bock, Geschichte der liturgischen Gewänder des Mittelalters: oder Entstehung und Entwicklung der kirchlichen Ornate und Paramente in Rücksicht auf Stoff, Gewebe, Farbe, Zeichnung, Schnitt und rituelle Bedeutung, vol. 3, Max Cohen, Bonn, 1871, p. 23-34.
- Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 286.