Difference between revisions of "Pateen"
Line 14: | Line 14: | ||
== Oorsprong en ontwikkeling == | == Oorsprong en ontwikkeling == | ||
− | + | De eucharistische pateen werd vóór de 8ste eeuw niet veel gebruikt, aangezien het gebruikte brood door de gelovigen werd geschonken en een grotere pateen vereiste, van het type van de communiepateen (Dury, p. 48). | |
− | gebruikt door de | + | Hostie-ijzer. |
− | + | In 693 besloot het 16de concilie van Toledo dat het te consacreren brood klein, uit één stuk, schoon en speciaal daartoe vervaardigd diende te zijn. Vanaf de 9de eeuw gebruikt men voor dat doel hostie-ijzers (Jean Mabillon, ''De azymo'', geciteerd door Joseph Alexandre Martigny, ''Dictionnaire des antiquités chrétiennes'', Elibron Classics, p. 496-497). Het formaat van de pateen zal dus evolueren. | |
− | |||
== Typologie == | == Typologie == | ||
− | + | Paus Gregorius IV (827-844) schonk de Sint-Marcuskerk een achthoekige pateen (Dury, p. 48). Maar alle in België bewaarde patenen zijn cirkelvormig en hebben doorgaans een diameter tussen 12 en 18 cm. Over het algemeen zijn ze van zilver (al zijn er uit de 18de eeuw enkele tinnen exemplaren te vinden) en meestal met een verhoogde rand om de plaatsing op de kelk te vergemakkelijken. De oudste in België bewaarde patenen (11de eeuw) zijn versierd met een Hand Gods (zegenende hand), een motief dat nog in de 15de eeuw te vinden is. Daarna wisselen de gegraveerde motieven, maar ze verwijzen wel naar Christus (monogram van Christus, hoofd van Christus, Christus op de koude steen, Lam met vaandel en kruis, Laatste Avondmaal, Verrijzenis, Noli me tangere...). Uitzonderlijk staat er een bloemenmotief op of een afbeelding van een heilige (Bruno van Keulen, Franciscus van Assisi of een Maagd: Hemelvaart, Maagd met Kind). Soms is de pateen versierd met het wapen van de eigenaar of de schenker. | |
De versieringen zijn gewoonlijk fijn gebeiteld en zonder reliëf, om te voorkomen dat deeltjes van de hostie aan de versiering blijven kleven. | De versieringen zijn gewoonlijk fijn gebeiteld en zonder reliëf, om te voorkomen dat deeltjes van de hostie aan de versiering blijven kleven. | ||
Revision as of 18:26, 14 October 2021
Contents
Etymologie
xxx
Definitie
Ondiepe schaal, in de regel van edelmetaal, gebruikt in de christelijke liturgie waarop de grote hostie rust, soms zowel voor als na de inzegening (AAT).
Hierarchie
Oorsprong en ontwikkeling
De eucharistische pateen werd vóór de 8ste eeuw niet veel gebruikt, aangezien het gebruikte brood door de gelovigen werd geschonken en een grotere pateen vereiste, van het type van de communiepateen (Dury, p. 48). Hostie-ijzer. In 693 besloot het 16de concilie van Toledo dat het te consacreren brood klein, uit één stuk, schoon en speciaal daartoe vervaardigd diende te zijn. Vanaf de 9de eeuw gebruikt men voor dat doel hostie-ijzers (Jean Mabillon, De azymo, geciteerd door Joseph Alexandre Martigny, Dictionnaire des antiquités chrétiennes, Elibron Classics, p. 496-497). Het formaat van de pateen zal dus evolueren.
Typologie
Paus Gregorius IV (827-844) schonk de Sint-Marcuskerk een achthoekige pateen (Dury, p. 48). Maar alle in België bewaarde patenen zijn cirkelvormig en hebben doorgaans een diameter tussen 12 en 18 cm. Over het algemeen zijn ze van zilver (al zijn er uit de 18de eeuw enkele tinnen exemplaren te vinden) en meestal met een verhoogde rand om de plaatsing op de kelk te vergemakkelijken. De oudste in België bewaarde patenen (11de eeuw) zijn versierd met een Hand Gods (zegenende hand), een motief dat nog in de 15de eeuw te vinden is. Daarna wisselen de gegraveerde motieven, maar ze verwijzen wel naar Christus (monogram van Christus, hoofd van Christus, Christus op de koude steen, Lam met vaandel en kruis, Laatste Avondmaal, Verrijzenis, Noli me tangere...). Uitzonderlijk staat er een bloemenmotief op of een afbeelding van een heilige (Bruno van Keulen, Franciscus van Assisi of een Maagd: Hemelvaart, Maagd met Kind). Soms is de pateen versierd met het wapen van de eigenaar of de schenker. De versieringen zijn gewoonlijk fijn gebeiteld en zonder reliëf, om te voorkomen dat deeltjes van de hostie aan de versiering blijven kleven.
Normatieve teksten
Synode XXX :
Andere benamingen
Autres langues | |
---|---|
FR | patène |
EN | paten |
DE | Patene |
IT | patena |
ES | patena |
Oude talen | |
---|---|
Latijn | termen in het Latijn |
Oud- en Middelnederlands | termen in O-MNL |
BALaT
De patenen (1400-1700) in BALaT
Afbeelding van patenen (1400-1700) in BALaT
De patenen in de bibliotheek van het KIK
Attachement
Pateen, thesaurus fiche : Laatste wijziging op 4-3-2020.
Bibliografische orientatie
- D. Duret (abbé), Mobilier, vases, objets et vêtements liturgiques. Étude historique, Paris, Letouzey & Ané, 1932, p. 48-52, 135-36, 220-221, 303-304.
- Sacraal metaal. Liturgische gebruiksvoorwerpen : betekenis, funktie, evolutie, vorm, tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden, Museum voor religieuze kunst, vol. 1, 1984, p. 5.