Difference between revisions of "Tabernakelsluier"
(12 intermediate revisions by 2 users not shown) | |||
Line 1: | Line 1: | ||
[[File:G006810.jpg|300px|thumb|link=http://balat.kikirpa.be/obj/20025668/img/G006810|right|''Tabernakelsluier'', Brussel, Kathedraal Sint-Michiel-en-Goedoele, 1ste helft van de 18de eeuw, met ouder materiaal, © KIK, Brussel, cliché G006810.]] | [[File:G006810.jpg|300px|thumb|link=http://balat.kikirpa.be/obj/20025668/img/G006810|right|''Tabernakelsluier'', Brussel, Kathedraal Sint-Michiel-en-Goedoele, 1ste helft van de 18de eeuw, met ouder materiaal, © KIK, Brussel, cliché G006810.]] | ||
+ | [[File:M008019.jpg|300px|thumb|link=http://balat.kikirpa.be/obj/10111266/img/M008019|right|''Tabernakelsluier voor de tabernakel'' (1967), Ben-Ahin, Eglise Saint-Germain[Ben], © KIK, Brussel, cliché M008019.]] | ||
== Etymologie == | == Etymologie == | ||
− | + | Tabernakelsluier, ook conopeum genoemd, ''[[conopée]]'' in het Frans. | |
+ | * Conopeum: < Grieks ''κωνωπειον'': ‘muskietennet’, daarna < middeleeuws Latijn ''conopeum'': ‘baldakijn, kleed dat het heilig sacrament beschermt’ (canopum ca. 1250, canapium 1518 in Latham, zie ook Du Cange, s.v. ''canapeum'' en ''canopeum''), afgeleid van het algemenere klassiek Latijnse ‘baldakijn, gordijn’. | ||
+ | * Tabernakel: < latijn ''tabernaculum'' (tent), verkleiningsvorm van ''taberna'' (houten hut). | ||
+ | * Sluier: < ontleend aan het Middelnederduits of het Middelhoogduits (Hoogduits ''Schleier'' = sluier, hoofddoek.) | ||
== Definitie == | == Definitie == | ||
− | + | ||
+ | Kleed of geheel van gordijnen ter omhulling van het tabernakel. | ||
== Hierarchie== | == Hierarchie== | ||
Line 13: | Line 18: | ||
== Oorsprong en ontwikkeling == | == Oorsprong en ontwikkeling == | ||
− | + | De oorsprong van dit object is moeilijk te achterhalen. De eerste geschriften die het gebruik van een dergelijk stuk textiel aanbevelen, dateren van het einde van de 16de en het begin van de 17de eeuw. Het gebruik van de tabernakelsluier hangt immers af van de manier waarop men het Heilig Sacrament en de geconsacreerde hosties bewaart. De middeleeuwse synodale statuten bekommeren zich immers meer over het feit dat de hosties correct beschermd worden op een veilige plaats. Hoe de plaats waar ze zich bevinden geëxploiteerd wordt, varieert dan ook (altaartabernakel, muurtabernakel, sacramentstoren….). | |
== Typologie == | == Typologie == | ||
− | + | Gordijn of geheel van gordijnen met symbolische betekenis verwijzend naar de tent uit de Exodus waarin zich de ark van het verbond bevond, symbool voor Gods aanwezigheid. De tabernakelsluier moet de voorgeschreven kleur van de misliturgie hebben ([https://www.paris.catholique.fr/653-Conopee.html|Commission Diocésaine d'Art Sacré, Parijs]). In de 18de eeuw is de tabernakelsluier gewoonlijk samengesteld uit een lambrekijn en één of twee gordijnen, vergelijkbaar met een theatergordijn. Indien hij uitsluitend uit een lambrekijn bestaat, dan bedekt hij enkel de bovenkant van het tabernakel. Als hij uit slechts één gordijn bestaat, is hij soms moeilijk te onderscheiden van een [[monstranssluier]]. | |
== Normatieve teksten == | == Normatieve teksten == | ||
− | + | * Gebruik van tabernakelsluier, aangeraden door Carolus Borromeus, 1577: ''The veil of the tabernacle of the most Holy Eucharist in churches of the Roman rite will be of silk interwoven with gold or silver, commonly called brocade, or of silver or gold cloth, or at least of simple white silk. In the church of the Ambrosian rite, it will be of the same material, but red, and the size will be in proportion to the size of the main tabernacle. At the top it will be gathered, and with long fringes along its width and with tasseled decoration at either end, as is the custom''. (''Instructiones fabricae et supellectilis ecclesiasticae'', boek II, dicta 71, vert. uit het Latijn door Evelyn C. Voelker). | |
− | + | * Het [https://books.google.be/books?id=wY9EAAAAcAAJ&hl=fr&pg=PA499#v=onepage&q&f=false Concilie van Ieper, in 1629] stelt bijvoorbeeld voor om een gordijn aan te brengen voor de deuren van het tabernakel. | |
− | + | * De tabernakelsluier wordt in Rome pas in 1614 aanbevolen door de ''[https://books.google.be/books?id=TBNNeaiGbc0C&dq=rituale%20romanum%201614&hl=fr&pg=PA49#v=onepage&q&f=false Rituale Romanum''] van paus Paulus III: ''Hoc autem tabernaculum conopaeo decenter opertum atque ab omni alia re vacuum in altari maiori, vel in alio, quod venerationi, &cultui tanti Sacramenti commodius, ac decentius videatur, sit collocatum; ita ut nullum aliis sacris functionibus, aut ecclesiasticis officiis impedimentum afferatur''. | |
− | |||
− | |||
== Andere benamingen == | == Andere benamingen == | ||
Line 34: | Line 37: | ||
|- | |- | ||
!scope="row"| EN | !scope="row"| EN | ||
− | | | + | |conopaeum, tabernacle veil |
|- | |- | ||
!scope="row"| DE | !scope="row"| DE | ||
− | | | + | |Konopeum |
|- | |- | ||
!scope="row"| IT | !scope="row"| IT | ||
− | | | + | |conopeo di tabernacolo |
|- | |- | ||
!scope="row"| ES | !scope="row"| ES | ||
− | | | + | |conopeo |
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
|- | |- | ||
− | |||
− | |||
|} | |} | ||
Line 65: | Line 58: | ||
[http://balat.kikirpa.be/results_bib.php?typesearch=advanced&filter=all&IDs=tabernakelsluier&sort=year&sort=yeardesc&limit=24 De tabernakelsluiers in de bibliotheek van het KIK] | [http://balat.kikirpa.be/results_bib.php?typesearch=advanced&filter=all&IDs=tabernakelsluier&sort=year&sort=yeardesc&limit=24 De tabernakelsluiers in de bibliotheek van het KIK] | ||
− | == | + | == Bibliografische orientatie == |
+ | * Joseph Braun, ''Die liturgischen Paramente in Gegenwart und Vergangenheit. Ein Handbuch der Paramentik'', Herder & Co, Fribourg-en-Brisgau, 1924, p. 231-232 | ||
+ | * Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 276. | ||
− | + | == Topstuk == | |
− | + | [[Conopée de la Cathédrale des Saints Michel et Gudule]] | |
− | == | ||
− |
Latest revision as of 21:08, 2 February 2022
Contents
Etymologie
Tabernakelsluier, ook conopeum genoemd, conopée in het Frans.
- Conopeum: < Grieks κωνωπειον: ‘muskietennet’, daarna < middeleeuws Latijn conopeum: ‘baldakijn, kleed dat het heilig sacrament beschermt’ (canopum ca. 1250, canapium 1518 in Latham, zie ook Du Cange, s.v. canapeum en canopeum), afgeleid van het algemenere klassiek Latijnse ‘baldakijn, gordijn’.
- Tabernakel: < latijn tabernaculum (tent), verkleiningsvorm van taberna (houten hut).
- Sluier: < ontleend aan het Middelnederduits of het Middelhoogduits (Hoogduits Schleier = sluier, hoofddoek.)
Definitie
Kleed of geheel van gordijnen ter omhulling van het tabernakel.
Hierarchie
Oorsprong en ontwikkeling
De oorsprong van dit object is moeilijk te achterhalen. De eerste geschriften die het gebruik van een dergelijk stuk textiel aanbevelen, dateren van het einde van de 16de en het begin van de 17de eeuw. Het gebruik van de tabernakelsluier hangt immers af van de manier waarop men het Heilig Sacrament en de geconsacreerde hosties bewaart. De middeleeuwse synodale statuten bekommeren zich immers meer over het feit dat de hosties correct beschermd worden op een veilige plaats. Hoe de plaats waar ze zich bevinden geëxploiteerd wordt, varieert dan ook (altaartabernakel, muurtabernakel, sacramentstoren….).
Typologie
Gordijn of geheel van gordijnen met symbolische betekenis verwijzend naar de tent uit de Exodus waarin zich de ark van het verbond bevond, symbool voor Gods aanwezigheid. De tabernakelsluier moet de voorgeschreven kleur van de misliturgie hebben (Diocésaine d'Art Sacré, Parijs). In de 18de eeuw is de tabernakelsluier gewoonlijk samengesteld uit een lambrekijn en één of twee gordijnen, vergelijkbaar met een theatergordijn. Indien hij uitsluitend uit een lambrekijn bestaat, dan bedekt hij enkel de bovenkant van het tabernakel. Als hij uit slechts één gordijn bestaat, is hij soms moeilijk te onderscheiden van een monstranssluier.
Normatieve teksten
- Gebruik van tabernakelsluier, aangeraden door Carolus Borromeus, 1577: The veil of the tabernacle of the most Holy Eucharist in churches of the Roman rite will be of silk interwoven with gold or silver, commonly called brocade, or of silver or gold cloth, or at least of simple white silk. In the church of the Ambrosian rite, it will be of the same material, but red, and the size will be in proportion to the size of the main tabernacle. At the top it will be gathered, and with long fringes along its width and with tasseled decoration at either end, as is the custom. (Instructiones fabricae et supellectilis ecclesiasticae, boek II, dicta 71, vert. uit het Latijn door Evelyn C. Voelker).
- Het Concilie van Ieper, in 1629 stelt bijvoorbeeld voor om een gordijn aan te brengen voor de deuren van het tabernakel.
- De tabernakelsluier wordt in Rome pas in 1614 aanbevolen door de Rituale Romanum van paus Paulus III: Hoc autem tabernaculum conopaeo decenter opertum atque ab omni alia re vacuum in altari maiori, vel in alio, quod venerationi, &cultui tanti Sacramenti commodius, ac decentius videatur, sit collocatum; ita ut nullum aliis sacris functionibus, aut ecclesiasticis officiis impedimentum afferatur.
Andere benamingen
Autres langues | |
---|---|
FR | conopée |
EN | conopaeum, tabernacle veil |
DE | Konopeum |
IT | conopeo di tabernacolo |
ES | conopeo |
BALaT
De tabernakelsluiers (1400-1700) in BALaT
Afbeelding van tabernakelsluiers (1400-1700) in BALaT
De tabernakelsluiers in de bibliotheek van het KIK
Bibliografische orientatie
- Joseph Braun, Die liturgischen Paramente in Gegenwart und Vergangenheit. Ein Handbuch der Paramentik, Herder & Co, Fribourg-en-Brisgau, 1924, p. 231-232
- Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 276.