Difference between revisions of "Wierookvat"
(8 intermediate revisions by the same user not shown) | |||
Line 5: | Line 5: | ||
== Etymologie == | == Etymologie == | ||
− | + | * < Oudnederlandse werkwoord wien/wiën (waarschijnlijk uitgesproken als ‘wie-uhn’), dat nu nog voortleeft in wijden, « zegenen, heilig maken » | |
+ | * < Proto-Germaans ''raukiz'', « rook » | ||
== Definitie == | == Definitie == | ||
Line 11: | Line 12: | ||
== Hierarchie == | == Hierarchie == | ||
+ | *[[liturgisch voorwerp]] | ||
+ | **[[voorwerp voor de bewierooking]] | ||
+ | ***[[wierookvat]] | ||
== Oorsprong en ontwikkeling == | == Oorsprong en ontwikkeling == | ||
− | + | Bewieroking is in de christelijke riten een zeer oud gebruik. Het verschijnt ongetwijfeld in de 5de eeuw en wordt zowel tijdens de eucharistie gebruikt als bij tal van andere riten (begrafenissen, zegeningen, processies,…). | |
== Typologie == | == Typologie == | ||
− | + | Oorspronkelijk had een wierookvat de vorm van een rond recipiënt op poten, opgehangen aan kettinkjes en met of zonder deksel. In de loop der tijden werd de kogel- of eivorm (cfr. dit [http://balat.kikirpa.be/obj/138021/img/A126230 exemplaar] uit de 11de eeuw) almaar gangbaarder. Het voorwerp bestaat systematisch uit een onderste gedeelte op voet en een opengewerkt deksel. | |
− | + | In de gotische tijd kreeg het deksel van het wierookvat steeds meer het uitzicht van ogivale, afgeronde of achthoekige architectuur. . Het geheel gaat er ook slanker uitzien. | |
− | + | In de moderne tijd worden de vormen ronder, met een uitgezaagd deksel in de 17de eeuw. De versiering wordt renaissance (de cassolette is versierd met gadroons), daarna barok | |
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
+ | == Iconografie == | ||
+ | De wierookdragende engel is een engel die een wierookvat hanteert om de Maagd met Kind of het door een paus aangeboden Heilig Sacrament te loven, of om een stervende heilige (met name Sint-Jozef) te eren. | ||
+ | |||
== Andere benamingen == | == Andere benamingen == | ||
− | |||
{| class="wikitable" | {| class="wikitable" | ||
!colspan="2"|Autres langues | !colspan="2"|Autres langues | ||
Line 45: | Line 46: | ||
|incensario | |incensario | ||
|- | |- | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
|} | |} | ||
== BALaT == | == BALaT == | ||
− | |||
[http://balat.kikirpa.be/results.php?typesearch=advanced&objectname=wierookvat&period_start=1400&period_end=1700&sort=unsorted De wierookvatten (1400-1700) in BALaT] | [http://balat.kikirpa.be/results.php?typesearch=advanced&objectname=wierookvat&period_start=1400&period_end=1700&sort=unsorted De wierookvatten (1400-1700) in BALaT] | ||
Line 65: | Line 55: | ||
[http://balat.kikirpa.be/results_bib.php?typesearch=advanced&filter=all&IDs=wierookvat&sort=year&sort=yeardesc&limit=24 De wierookvatten in de bibliotheek van het KIK] | [http://balat.kikirpa.be/results_bib.php?typesearch=advanced&filter=all&IDs=wierookvat&sort=year&sort=yeardesc&limit=24 De wierookvatten in de bibliotheek van het KIK] | ||
− | == | + | == 3D-object == |
− | + | [[Encensoir du Musée diocésain et Trésor de la Cathédrale de Namur]] | |
− | [[ | ||
== Bibliografische orientatie == | == Bibliografische orientatie == | ||
− | * ''Sacraal metaal. Liturgische gebruiksvoorwerpen : betekenis, funktie, evolutie, vorm'', | + | * D. Duret (abbé), ''Mobilier, vases, objets et vêtements liturgiques. Étude historique'', Paris, Letouzey & Ané, 1932, p. 79-83, 249, 313-314. |
+ | * ''Glossarium Artis'', Faszikel 2, ''Liturgische geräte, Kreuze une Reliquiare der Christlichen Kirchen - Objets liturgiques, croix et reliquaires des églises chrétiennes'', Dokumentationsstelle Tûbingen, Tübingen-Strasbourg, 1972, p. 40. | ||
+ | * Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), ''Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico'', Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 182-183. | ||
+ | * ''Sacraal metaal. Liturgische gebruiksvoorwerpen : betekenis, funktie, evolutie, vorm'', tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden, Museum voor religieuze kunst, 2 vol., 1984, p. 15-16. |
Latest revision as of 20:05, 12 December 2021
Contents
Etymologie
- < Oudnederlandse werkwoord wien/wiën (waarschijnlijk uitgesproken als ‘wie-uhn’), dat nu nog voortleeft in wijden, « zegenen, heilig maken »
- < Proto-Germaans raukiz, « rook »
Definitie
Draagbaar reukvat, met kettinkjes opgehangen, waarin wierook brandt op gloeiende kooltjes (AAT).
Hierarchie
Oorsprong en ontwikkeling
Bewieroking is in de christelijke riten een zeer oud gebruik. Het verschijnt ongetwijfeld in de 5de eeuw en wordt zowel tijdens de eucharistie gebruikt als bij tal van andere riten (begrafenissen, zegeningen, processies,…).
Typologie
Oorspronkelijk had een wierookvat de vorm van een rond recipiënt op poten, opgehangen aan kettinkjes en met of zonder deksel. In de loop der tijden werd de kogel- of eivorm (cfr. dit exemplaar uit de 11de eeuw) almaar gangbaarder. Het voorwerp bestaat systematisch uit een onderste gedeelte op voet en een opengewerkt deksel. In de gotische tijd kreeg het deksel van het wierookvat steeds meer het uitzicht van ogivale, afgeronde of achthoekige architectuur. . Het geheel gaat er ook slanker uitzien. In de moderne tijd worden de vormen ronder, met een uitgezaagd deksel in de 17de eeuw. De versiering wordt renaissance (de cassolette is versierd met gadroons), daarna barok
Iconografie
De wierookdragende engel is een engel die een wierookvat hanteert om de Maagd met Kind of het door een paus aangeboden Heilig Sacrament te loven, of om een stervende heilige (met name Sint-Jozef) te eren.
Andere benamingen
Autres langues | |
---|---|
FR | encensoir |
EN | thurible |
DE | Weihrauchfass |
IT | turibolo |
ES | incensario |
BALaT
De wierookvatten (1400-1700) in BALaT
Afbeelding van wierookvatten (1400-1700) in BALaT
De wierookvatten in de bibliotheek van het KIK
3D-object
Encensoir du Musée diocésain et Trésor de la Cathédrale de Namur
Bibliografische orientatie
- D. Duret (abbé), Mobilier, vases, objets et vêtements liturgiques. Étude historique, Paris, Letouzey & Ané, 1932, p. 79-83, 249, 313-314.
- Glossarium Artis, Faszikel 2, Liturgische geräte, Kreuze une Reliquiare der Christlichen Kirchen - Objets liturgiques, croix et reliquaires des églises chrétiennes, Dokumentationsstelle Tûbingen, Tübingen-Strasbourg, 1972, p. 40.
- Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 182-183.
- Sacraal metaal. Liturgische gebruiksvoorwerpen : betekenis, funktie, evolutie, vorm, tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden, Museum voor religieuze kunst, 2 vol., 1984, p. 15-16.