Monstrans

From OrnaWiki
Jump to: navigation, search
Intermediair monstrans model tussen de torenmonstrans en de cilindermonstrans, 1633. Sint-Truiden, Provinciaal Museum voor Religieuze Kunst. © KIK, Brussel, cliché B189449

Etymologie

< Monstrans: < middeleeuws latijn monstrantia, van monstrare, « aanwijzen », « de aandacht vestigen op ».

Definitie

Edelmetalen houder op voet, waarin de geconsacreerde hostie wordt uitgestald. De hostie is zichtbaar voor de gelovigen door een glazen houder met daarin een lunula – een maanvormige houder – waarin de hostie wordt geklemd.

Hierarchie

Oorsprong en ontwikkeling

De monstrans is een voorwerp dat pas laat in de geschiedenis van de liturgische objecten verschijnt. Hij gaat slechts terug tot de 14de eeuw. De oorsprong van de monstrans is te vinden bij het feest van Corpus Christi, waarbij de hostie in triomf werd rondgedragen. Dit feest werd in 1246 in het bisdom Luik ingesteld en in 1264, na het mirakel van Bolsena, door paus Urbanus IV voor de rest van de christenheid. Johannes XXII legde het in 1316 definitief vast.

Het eerste bekende voorbeeld van een monstrans is het exemplaar uit de abdij van Herkenrode in Limburg (obj. 15445) – in het voormalig bisdom Luik. Het dateert van 1284. Het werd in Parijs vervaardigd en geschonken door abdis Helwigeis van Diest. Het gaat om een reliekhouder op voet in de vorm van een huisje met open gevels, afgedekt met een kegelvormig dak en daarop een kruistafereel.

Typologie

Het traktaat Ornatus ecclesiasticus van Jacob Miller beschrijft tot in de details waaruit een monstrans moet samengesteld zijn. Hij moet van goud of zilver gemaakt zijn of, als dat niet kan, van verguld messing (orichalco). Hij wordt versierd met allerlei afbeeldingen en emblemen maar bovenaan moet er altijd een kruis of een afbeelding van Christus staan. De monstrans heeft een voet met in het midden een knoop.

Monstransen kunnen uiteenlopende vormen hebben. De meest voorkomende vormen zijn evenwel de torenmonstrans, de cilindermonstrans en de zonnemonstrans. Deze verschillende types volgen elkaar in de tijd op en komen tegelijkertijd voor.

In sommige streken (in het bijzonder het zuiden van Frankrijk) hebben monstransen een dubbele functie: instrument om de hostie te tonen en reliekhouder. Daarvan bestaat in België één enkel voorbeeld (obj. 10073775)

Normatieve teksten

De Ornatus ecclesiasticus beschrijft de monstrans.

Andere benamingen

Autres langues
FR ostensoir
EN Monstrance
DE Monstranz
IT ostensorio
ES Custodia (liturgia)


Oude talen
Latijn termen in het Latijn
Oud- en Middelnederlands ostensorium

BALaT

De monstransen (1400-1700) in BALaT

Afbeelding van monstransen (1400-1700)) in BALaT

De monstransen in de bibliotheek van het KIK

Bibliografische orientatie

  • D. Duret (abbé), Mobilier, vases, objets et vêtements liturgiques. Étude historique, 1932, p. 226-229, 305-307.
  • Glossarium Artis, Faszikel 2, Liturgische geräte, Kreuze une Reliquiare der Christlichen Kirchen - Objets liturgiques, croix et reliquaires des églises chrétiennes, Dokumentationsstelle Tûbingen, Tübingen-Strasbourg, 1972, p. 36.
  • Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 160-161.
  • Sacraal metaal. Liturgische gebruiksvoorwerpen : betekenis, funktie, evolutie, vorm, tentoonstellingscatalogus, Sint-Truiden, Museum voor religieuze kunst, 2 vol., 1984, p. 7-8.
  • Frédéric Tixier, La monstrance eucharistique (XIIIe-XVIe siècle), coll. Art et Société, Rennes, Presses Universitaires de Rennes, 2014.