Altaarlessenaar van Léonard Dusart

From OrnaWiki
Revision as of 22:01, 7 November 2021 by MCC (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search
Mazenzele, Kerk Sint-Pietersbanden, Artiste, Dusart, Léonard (geelgieter), Altaarlessenaar, 1660, © KIK, Brussel, cliché B170264

Object KIK 1843

Mazenzele, Kerk Sint-Pietersbanden

Dusart, Léonard (geelgieter), Altaarlessenaar, 1660

Messing, geslagen en gegraveerd.


Gevleugelde woorden

Een altaarlessenaar (of: lezenaar, pulpitum) behoort tot de vaste uitzet van de liturgische dienst. Tijdens de mis wordt de lessenaar op het altaarblad geplaatst om het missaal leesbaar open te leggen voor de priester. De meest voorkomende decoratie op de schuin opstaande leesplank is het IHS-monogram omgeven door een stralenkrans. Dit monogram is eveneens een veelgebruikt motief om kazuifels en antependia te sieren. De grote, rechtopstaande lezenaars hebben meestal de vorm van een adelaar of arend met uitgespreide vleugels. De rugzijde kon dan makkelijk dienst doen om de opengeslagen boeken met lezingen, gezangen en gebeden te plaatsen. In de middeleeuwen waren arenden nog vaak onderdeel van de vier evangelistensymbolen. Vanaf de veertiende werd het in stijgende lijn toegepast als zelfstandig motief voor lezenaars uit geelkoper of hout.

Vreren, Kerk Sint-Medardus, Van Hamal, Lodewijk (geelgieter) (onzeker) Arendlessenaar, ca. 1500. Productieplaats: Maasland, © KIK, Brussel, cliché B017860

Het woord van God

De altaarlessenaar uit 1660 werd vervaardigd door Léonard Dusart (of Dussart), telg van een bekend geelgietersgeslacht uit Dinant. Van zijn hand zijn voorts enkele sierschalen en een monstrans bewaard. Een inscriptie in de bovenste rand verklaart dat het om een schenking gaat. Centraal op de messing standaard staat het bekende IHS-monogram en de vier symbolen van de evangelisten sieren de vier uiterste hoeken. De evangelisten als verkondiger van het woord van God ondersteunen zo letterlijk en figuurlijk de uitgesproken woorden van de priester.

Anoniem, Mis van Sint-Gregorius (detail). Luik, Cathédrale Saint-Paul, © KIK, Brussel, foto KN000708

Het woord van de priester in druk

Gedrukte varianten van liturgische vieringen en predikaties vonden in de zestiende eeuw hun weg naar het brede publiek. Maar het was niet altijd even gemakkelijk om deze zaken te vertalen naar het papieren medium. De deinende stemverheffingen van de priester of de predikant en de grollen over aanwezige figuren gingen voorbij aan de ogen van de latere lezer. Vaak fungeerde de geschreven versie als ondersteuning, aanvulling of souvenir van eerdere gebeurtenissen. Ter ondersteuning van predikatie werden bijvoorbeeld ‘vierige boecskens’ uitgegeven, zoals Het Boecxken van der Biechten van Godschalk Rosemondt (vijf edities in Antwerpen tussen 1517-1519) en Een seer goede leeringhe van den Pater noster van Rosemondt (4 edities in Antwerpen).

Godschalk Rosemondt, Een seer goede leeringhe van den Pater noster.  Bron: https://books.google.be/books?vid=GENT900000224413&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false

Gevecht om de juiste woorden

De jaren ’20 van de zestiende eeuw luidden zowel op inhoudelijk als vormelijk niveau enkele veranderingen in. Zowat alle devotionele teksten die in de voorgaande periode op een brede aanhang konden rekenen, bleven populair. Enkel de verhalen over Maria en de heiligen begonnen aan belang in te boeten. Dit hing nauw samen met een andere nieuwigheid: de opkomst van geschriften die betrekking hadden op de reformatorische geschillen. Langs beide kanten trachtte men de lezer naar zich toe te trekken, elk op zijn manier. Maar ook de boekdrukkers ontgroeiden hun kinderschoenen. De experimentele fase die zo kenmerkend was voor de beginperiode, ruimde langzamerhand plaats voor een set aan weloverwogen commerciële strategieën. Met vallen en opstaan hadden de uitgevers geleerd welke grafische ingrepen de verkoop deden stijgen: onder meer het gebruik van foliëring, indexering, titelbladen, bepaalde lettertypes en lettergroottes bevorderde het leesgedrag. Dat deze toepassingen de interactie tussen tekst en lezer beïnvloedde, blijkt uit de index van verboden boeken die op vraag van Karel V werd opgesteld aan de Leuvense theologische faculteit (1546). Er werd vooral met argwaan gekeken naar Nederlandstalige Bijbels die voorwoorden, samenvattingen boven de hoofdstukken, en kanttekeningen bevatten.

Bibliografie

  • Maite De Beukeleer, Het boek als krachtig medium in zakformaat. De drukkersstrategieën van Joannes Grapheus, Antwerpen 1527-1569, thesis (Geschiedenis), Universiteit Antwerpen, Antwerpen, 2017.
  • Tom Impens , ‘Van nieus overgheset’ – De overlevering van de laatmiddeleeuwse devotionele literatuur in de volkstaal (1473-1700), thesis (Geschiedenis), Universiteit Gent, Gent, 2007.
  • David McKitterick, « Geschiedenissen van het boek en geschiedenissen van Antwerpen », in Jan Pauwels (red.), Gheprint Antwerpen, Kapellen, 2004, pp. 11-31.
  • William W. E. Slights, Managing Readers. Printed Marginalia in English Renaissance Books, Michigan, 2001.
  • Jean Squilbeck, « Pour une nouvelle orientation des recherches sur la dinanderie en Belgique », Revue Belge d'Archéologie et d'Histoire de l'Art XXVII (1958), pp. 117-171.
  • Wendy Wauters, De beroering van de religieuze ruimte. De belevingswereld van kerkgangers in de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekerk, ca. 1450-1566, ongepubliceerd proefschrift (KU Leuven - Kunstwetenschappen), 2021.


Topstuk van Wendy Wauters