Ciborievelum

De OrnaWiki
Aller à : navigation, rechercher
Ciborievelum, Doornik, Séminaire épiscopal, begin van de 20ste eeuw, © KIK, Brussels, cliché X050742. Geen voorbeeld vroeger dan 1800 in BALaT.
Kruisvormig Ciborievelum over de ciborie, Vissoule, Église Saint-Georges, 19de eeuw, © KIK, Brussels, cliché M018974

Etymologie

  • Ciborie: < Grieks Κιϐωριον, vrucht van de waterlelie, beker met de vorm van die vrucht dan < kerkelijk Latijn ciborium.
  • Velum: Latijnse term, « sluier ».

Definitie

(Wit)zijden, vaak cirkelvormig velum van kostbare stof, dat de ciborie met de geconsacreerde hosties omhult. Het velum heeft een centraal gat dat over het kruisje op het deksel past (AAT).

Hierarchie

Oorsprong en ontwikkeling

In de middeleeuwen is de ciborie als zodanig onbekend. Het ciborievelum verschijnt dan ook pas laat, na het Concilie van Trente. Het komt voor het eerst ter sprake bij Carolus Borromeus. Het gebruik ervan zou nooit veralgemeend raken vóór de 19de eeuw.

Typologie

Het ciborievelum is doorgaans van kostbare stof gemaakt en is ofwel cirkelvormig met een gat in het midden, ofwel heeft het de vorm van een Grieks kruis, eveneens met een gat in het midden. Door de opening steekt men het kruis dat op de ciborie staat. Het ciborievelum kan ook bestaan uit een stuk stof in de vorm van een driekwartcirkel met een touwtje om het te bevestigen aan het kruis van het deksel.  

Andere benamingen

Autres langues
FR pavillon de ciboire
EN ciborium veil
DE Ziboriumvelum
IT copri pisside, copripisside, conopeo di pisside
ES pabellón de copón

BALaT

De ciborievelums (1400-1700) in BALaT

Afbeelding van ciborievelums in BALaT

De ciborievelums in de bibliotheek van het KIK

Bibliografische orientatie

  • Joël Perrin & Sandra Vasco Rocca (dir.), Thesaurus des objets religieux. Meubles, objets, linges, vêtements et instruments de musique du culte catholique romain. Religions objects of the Catholico Faith. Corredo ecclesiastico di culto cattolico, Paris, Caisse nationale des Monuments historiques, éditions du Patrimoine, 1999, p. 279.